‘Ik was bang dat mensen mij mijn kinderen zouden afnemen.’

13 april 2022

Musu’s huis is verzorgd, opgeruimd en in het thema zwart-wit. Haar jongste zoon kijkt vreemd op van de onbekende mensen in zijn huis. Over een paar maanden wordt hij vier en begint hij op de basisschool. De onbevangen start van iets nieuws. Twee jaar hiervoor maakte zijn moeder zich zorgen over zijn toekomst. Zij leefde in angst omdat zij dacht haar kinderen kwijt te raken nadat zij haar woning zou worden uitgezet. Musu kwam onder bewind met ruim 64.000 euro schuld.

Sinds twee maanden is er zicht op een schuldenvrije toekomst. De gemeente verstrekte een zogenaamd saneringskrediet. Dat is een lening om in een keer je schulden af te lossen. In Musu’s geval gaven de schuldeisers kwijtschelding voor 93 procent van de schuld. In dit portret vertelt Musu welk effect de schulden op haar hadden en hoe het nu met haar gaat. Wat wil zij meegeven aan anderen die in een uitzichtloze situatie zitten? Dit is Musu’s verhaal over bang zijn, omgaan met de afkeuring van haar omgeving en kiezen voor een hoopvolle toekomst.

Hoe was je situatie twee jaar geleden?

‘Heel moeilijk. Het belangrijkste voor mij was om in ons huis te kunnen blijven. Ik meldde mij bij het Buurtteam en legde mijn situatie voor. Ik wist niet wat ik moest doen. Zij stelden bewindvoering voor. Ik hoefde er niet lang over na te denken omdat ik mijn leven wilde opbouwen. De dag van het intakegesprek was ik ziek. Ik had een hoge bloeddruk en hierdoor veel hoofdpijn. De kinderen waren heel druk. Ik had veel aan mijn hoofd.’

Ik was eerst vooral heel bang. Nu ben ik heel blij dat de schulden stabiel zijn. Ik voel me heel rustig nu en heb minder zorgen.’

Het duurde even voordat jouw situatie stabiel genoeg was voor een schuldregeling.  

‘Met een bijstandsuitkering als inkomen en deze schulden ging ik er nooit zelf uitkomen. Ik had een huurschuld, ik moest bijstand terugbetalen, ik had schulden bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en ook nog kinderopvangtoeslag wat terugbetaald moest worden. Ik was eerst vooral heel bang. Nu ben ik heel blij dat de schulden stabiel zijn. Ik voel me heel rustig nu en heb minder zorgen.’

Door vroegsignalering is de hulp op gang gekomen. Hoe was het toen voor jou? Al die schulden, alleen de zorg voor je kinderen hebben?

‘Het was echt moeilijk voor mij. Ik was bang dat ik mijn huis moest verlaten en dacht dat de mensen mijn kinderen zouden afnemen. Ik wilde zélf voor mijn kinderen zorgen. Maar zonder huis kan je er niet zijn voor je kinderen. Toen mijn oudste werd geboren had ik geen huis en woonde ik tijdelijk bij iemand in. Toen ik na de bevalling in het ziekenhuis lag, belde degene waar ik woonde en zei dat ik niet mocht terugkomen. Ik moest erg huilen en wist niet wat ik moest doen. Mijn moeder kwam en ik heb de eerste tijd bij haar gelogeerd. De vader van de kinderen woont op één slaapkamer in Uden. Daar was ook geen plek.’

Ik was bang dat ik mijn huis moest verlaten en dacht dat de mensen mijn kinderen zouden afnemen. Ik wilde zélf voor mijn kinderen zorgen.

Hoe is je situatie nu?

‘Ik ben twee keer een leerwerktraject begonnen. Dat mislukte door de zorgen. Volgend jaar wil ik het weer proberen. Als ik drie jaar aflos, heb ik geen schulden meer. De last is van mijn schouders af sinds ik heb gehoord dat alles goed gaat komen. Mijn kinderen merken dat ik vrolijker ben. De vader van mijn kinderen woont nog steeds in Uden op dezelfde kamer. Als ik klaar ben met de schuldhulpverlening gaan we kijken of we kunnen samenwonen.’

‘Sinds het bewind ben ik veel actiever.’

Wat betekent bewindvoering voor jou?

‘Ik vind het mooi dat het bestaat. Ik ben veel actiever geworden sinds het bewind. Ik heb met veel mensen gesproken over hoe ik het beste uit de schulden kon komen. Zij zeiden dat bewindvoering geen goed idee was omdat ik dan weinig geld zou krijgen. Eigenlijk werd het me afgeraden. Toch koos ik ervoor. Nu vindt iedereen het goed. Mijn moeder is er ook blij mee. We gaan verder hoe we nu bezig zijn en ik wil later in de zorg gaan werken. Ik wil heel graag gaan leren en dan gaan werken.’