‘Zonder bewindvoering had ik nu in een bushokje gelegen of was ik dood geweest.’

11 juli 2022

Nico is open en spraakzaam als altijd. Toch is dit niet zomaar een praatje. Deze keer kan hij met zijn verhaal laten zien welke stappen hij heeft gezet om te komen waar hij nu staat. Het was een tumultueuze weg, maar het resultaat mag er zijn. In dit portret vertelt Nico hoe hij zich heeft ontwikkeld van iemand die zich verstopt naar iemand die zichtbaar durft te zijn. Hoe hij is gegaan van dakloos en verslaafd naar een vader die zijn dochter helpt met het kopen van haar eerste auto. 

‘Mijn leven was een puinhoop voor het bewind. Op mijn 50e ben ik gescheiden. Als je gaat scheiden dan ben je allebei schuldig, maar op dat moment zag ik dat heel anders. Ik raakte verslaafd, terwijl ik altijd alleen maar shaggies rookte.’

Iedereen reageert anders op een scheiding.

‘Voor de scheiding ging alles perfect. Ik voetbalde, wielrende en had mijn eigen bedrijf. We hadden een winkel, mijn vrouw verhuurde kleding en ik verdiende tussen de 6.000 en 7.000 euro per maand. Het geld kwam binnen, maar ik was te makkelijk. Mijn vrouw had alle pasjes. En we hadden niets op de bank staan.’

‘Toen we uit elkaar gingen was alles weg. Ik had geluk dat ik een rechtszaak won en 25.000 euro gestort kreeg. Toen ben ik gaan feesten en kwam ik mensen tegen die dat spul gebruikten. Soms haalde ik wel voor 5.000 euro tegelijk. Nu moet ik erom lachen, maar ik denk ook wel eens dat ik het beter in mijn zak had kunnen houden. Op een gegeven moment woonde ik in Maartensdijk en zag ik kabouters in mijn tuin lopen.’

Op een gegeven moment zag ik kabouters in mijn tuin lopen.

Je bent weer in Utrecht komen wonen.

‘Dit huis heb ik te danken aan de begeleiding van het UWV. Ik ben namelijk altijd blijven werken. Ik ben heel blij dat ik het huis heb gekregen, dat was in september 2017. Van de gemeente Utrecht kreeg ik bijzondere bijstand om een start te maken met de inrichting van het huis. Ook krijg ik vaak iets van iemand en zo raakt het steeds meer af.’ 

Ik kwam voor het eerst bij je in januari 2018. Hoe lang ben je hiervoor dakloos geweest?

‘Al een tijdje, vanaf 2010. Toen ging ik van bank naar bank. Na mijn maagbloeding was ik blij dat ik een bed in het ziekenhuis had.’ 

Er is veel veranderd sinds je je huis hebt. Eerst had je ook last van depressies, weet ik nog. 

‘In het begin na de scheiding was het wel heel moeilijk. Maar ik speel een hoop toneel. Ik ben nog nooit van mijn leven depressief geweest. Ik zei het maar. Via vrienden hoorde ik wat je moet doen zodat mensen je gaan helpen. Je moet dingen een beetje erger maken dan ze zijn. Ik ben een nakomelingetje en was heel verwend.’ 

Kon je niet bij familie terecht toen je dakloos was?

‘Ik heb een maand bij mijn broer gezeten, maar dat was geen succes. Ik had me daar ingeschreven en hij moest hierdoor een rechtszaak voeren om mij weer uit te schrijven. Nu heb ik alleen contact met mijn jongste dochter. Met mijn oudste dochter komt het later weer goed.’ 

In het begin van het bewind had je geen inkomen en een huurschuld. Er waren wat bankschulden en achterstanden bij de vaste lasten. De schulden zijn gesaneerd met een saneringskrediet, een lening om in een keer je schulden af te lossen. Het krediet is inmiddels afgelost.

‘Wat een leven heb ik! Nu ben ik gelukkig overal vanaf en wil graag in het bewind blijven. Ik vond het lastig om in het bewind te gaan omdat ik me zo schaamde. Weet je hoe erg dat was toen ik nog bij de Voedselbank liep? Ik schaamde me kapot. Zeker als ik bekenden tegenkwam. Het moeilijkste was om naar mezelf toe te geven dat ik in die situatie was gekomen. Ik maakte ook de post niet meer open, ging me verstoppen, deed niet meer open als iemand aanbelde. Het werd alleen maar erger. Dat is niet leuk. Je voelt jezelf klote omdat je weet dat ze op een gegeven moment de deur komen forceren. Het moeilijkste was het stoppen met verstoppen. Ook de hulp die je dan krijgt om je over het dooie punt heen te krijgen is lastig.’

Ik heb je in beweging willen krijgen. 

‘Ja, op een gegeven moment moet je wel. Jij hebt ook wel eens tegen me gezegd dat je ermee ging stoppen. Kan je nagaan hoe hard je voor mij was. Maar dat was op dat moment nodig. Ik ben iemand die tot het uiterste gaat. Het verschrikkelijkste vond ik het toen je zei dat je voortaan bonnen wilde zien.’ 

Kan je nagaan hoe hard je voor mij was.

Op het moment dat ik het niet vertrouw, vraag ik om bonnen. Dat bleek achteraf terecht omdat je geld aanvroeg voor het één en het uitgaf aan drugs.

‘Nu doe ik dat niet meer, maar eerder gebruikte ik inderdaad nog wel. Als je mij bonnen vraagt, ga ik bonnen opzoeken. Je maakte het me echt moeilijk. Op een gegeven moment dacht ik dat ik beter kon stoppen. Vroeger voelde ik me niet verantwoordelijk voor mezelf. Als een vreemde je pusht en keihard zegt dat er niks is, moet je het ermee doen. Ik denk dat ik veranderd ben. Eerst wilde ik alles opmaken wat er was. Er is rust gekomen en hierdoor hoeft niet alles meer op. Het leuke is dat ik nu meer bewust omga met geld en dat ik soms wat apart kan leggen om aan mijn dochter of kleinkinderen te geven. Ik ben echt anders geworden.’

Wat zou je tegen anderen willen zeggen?

‘Dat je jezelf niet moet schamen. Het blijft tussen de bewindvoerder en jou. Als ik geen bewindvoerder had gehad had ik nu in een bushokje gelegen of was ik dood geweest. Ik ben er heel dankbaar voor. In het begin baal je als je ‘nee’ hoort. Als je erover praat, lucht het op. Eerst is het de stem van je bewindvoerder die zegt hoe je het moet doen en later is het die van mezelf. Het voelt eerst alsof je wordt tegengewerkt, maar het is juist nodig om geholpen te kunnen worden. Als we blijven doen wat wij willen, komen we er nooit uit.’ 

Als we blijven doen wat wij willen, komen we er nooit uit.